Ongewenst gedrag komt helaas overal voor. Dus ook binnen vrijwilligersorganisaties. Tussen vrijwilligers en deelnemers maar ook tussen deelnemers onderling. Daarom willen we er alles aan doen om dit te voorkomen.
In dit artikel vind je informatie wat jij als bestuurder of groepsleider kunt doen om ongewenst gedrag te voorkomen, maar ook wat je kunt doen als het toch gebeurt.
Voorkomen van ongewenst gedrag #
- Aandacht binnen het bestuur: Zorg dat het onderwerp besproken en serieus genomen wordt binnen het bestuur.
- Risicobeperking: Hoewel het niet altijd mogelijk is om misbruik volledig te voorkomen, kun je wel maatregelen nemen om de kans hierop te verkleinen.
- Hoofdverantwoordelijke aanwijzen: Bepaal een verantwoordelijke binnen het bestuur die ook dient als aanspreekpunt voor de vertrouwenscontactpersoon.
- Bespreken van grensoverschrijdend gedrag: Maak dit onderwerp bespreekbaar binnen je organisatie.
- VOG en gedragscode: Vraag vrijwilligers om een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) en laat ze een gedragscode ondertekenen.
- Risico’s in kaart brengen: Gebruik een checklist met risicofactoren om samen risico’s te bespreken.
- Gezamenlijke afspraken maken: Stel omgangsregels op waarin je vastlegt hoe men met elkaar omgaat en welk gedrag wordt goedgekeurd of afgekeurd.
Wat is het verschil tussen ongewenst gedrag en grensoverschrijdend gedrag? #
Ongewenst gedrag en grensoverschrijdend gedrag worden vaak door elkaar gebruikt, maar er zijn subtiele verschillen tussen deze twee termen. Wees hier dus alert op!
Ongewenst gedrag: Dit is gedrag dat als onprettig of storend wordt ervaren, maar niet noodzakelijkerwijs de morele, sociale of wettelijke grenzen overschrijdt. Voorbeelden van ongewenst gedrag zijn ongepaste grappen, roddelen of negeren van iemand. Hoewel dit gedrag ongemakkelijk kan zijn, is het vaak minder ernstig van aard.
Grensoverschrijdend gedrag: Grensoverschrijdend gedrag daarentegen impliceert handelingen die duidelijk de persoonlijke, ethische of wettelijke grenzen overschrijden. Dit kan variëren van pesten, seksuele intimidatie en agressie tot discriminatie. Dit type gedrag is vaak ernstiger en kan aanzienlijke emotionele, psychologische of fysieke schade veroorzaken.
Het belangrijkste verschil tussen beide termen ligt in de ernst en impact van het gedrag. Grensoverschrijdend gedrag vereist vaak een formelere aanpak en interventie, zoals het volgen van officiële procedures en mogelijk juridische stappen. Terwijl ongewenst gedrag in veel gevallen kan worden aangepakt door directe communicatie en interpersoonlijke oplossingen.
Slachtoffers herkennen #
Het is vaak moeilijk om slachtoffers van ongewenst gedrag te herkennen zonder direct bewijs. Signalen kunnen zijn: een deelnemer die plotseling niet meer wil deelnemen aan activiteiten, of het vertonen van fysieke klachten zoals buikpijn, slaapproblemen en onverklaarbare angsten.
Dit duidt niet altijd direct op grensoverschrijdend gedrag, maar het is belangrijk om op je intuïtie te vertrouwen en alert te zijn op veranderingen in gedrag of sfeer. Vaak voel je aan wanneer er iets niet goed zit, zoals een gespannen sfeer rondom een bepaalde vrijwilliger.
Aanspreken op gedrag #
Het kan lastig zijn om iemand aan te spreken op onhandig of grensoverschrijdend gedrag. Vaak ervaren mensen dit alsof ze oordelen over of beschuldigen. Het is belangrijk om open en zonder vooroordelen het gesprek aan te gaan, gericht op het gedrag en niet op de persoon zelf. Hieronder volgen enkele tips om iemand effectief aan te spreken zonder beschuldigend over te komen.
- Ga op gelijke hoogte staan met degene die je aan wilt spreken.
- Gebruik de omgangs- en gedragsregels die jullie hebben om het gedrag aan te spiegelen.
- Zorg er, vooral bij een kind, voor dat je duidelijk maakt dat de reactie over het gedrag gaat. Je wijst niet het kind zelf af maar zijn gedrag.
- Benoem ook hoe je het gedrag wel graag zou zien.
Voorbeeld van aanspreken op gedrag #
Stel, in de gedragsregels van je organisatie staat dat respect voor elkaars religie belangrijk is. Als je merkt dat een deelnemer discriminerende grappen maakt over de religie van een ander, kun je het volgende zeggen: “Ik merk op dat je grappen maakt over het geloof van Zarah. In onze gedragsregels hebben we afgesproken dat we respect tonen voor elkaars religie.”
Gebruik hierbij de volgende gesprekstechnieken:
- Benoem de feiten: Begin met het beschrijven van wat je concreet hebt gezien of gehoord. Bijvoorbeeld: “Ik zag net dat je grappen maakte over Zarah’s geloof…”
- Uit je gevoelens: Vertel hoe dit gedrag jou persoonlijk raakt of beïnvloedt. “Dit maakt me bezorgd/ongemakkelijk omdat…”
- Vraag om hun perspectief: Geef de ander de ruimte om hun kant van het verhaal te delen. “Hoe zie jij deze situatie?”
- Suggereer gewenst gedrag: Bied een alternatieve manier van handelen aan. “Misschien kun je in de toekomst…”
- Vraag om feedback: Check hoe de ander tegenover jouw suggestie staat. “Wat denk je daarvan?”
Deze technieken helpen je om het gesprek constructief en oplossingsgericht te houden, zonder de ander te beschuldigen of te veroordelen. Het gaat erom dat je gezamenlijk tot een beter begrip en verbetering van gedrag komt.
Een melding ontvangen #
Als je een melding over grensoverschrijdend gedrag krijgt, is het belangrijk om kalm en onpartijdig te reageren. Luister aandachtig en stel vragen om een helder beeld van de situatie te krijgen. Vragen die je kunt stellen zijn bijvoorbeeld:
- Wat is er precies gebeurd?
- Wanneer vond het voorval plaats?
- Wie waren erbij betrokken?
- Wie anders zijn op de hoogte van de situatie?
- Heeft het slachtoffer behoefte aan ondersteuning of hulp?
Denk er daarnaast aan om:
- Te zorgen dat het slachtoffer zich veilig voelt;
- Afspraken te maken over hoe je elkaar op de hoogte houdt van verdere ontwikkelingen;
- De melder te informeren over de vervolgstappen die je zult ondernemen;
- Een gedetailleerd verslag van het gesprek op te stellen en dit te laten ondertekenen door de melder;
- Af te spreken dat de melder en andere betrokkenen vertrouwelijk omgaan met de informatie en niet over het voorval praten buiten de besproken kanalen.
Na het gesprek is het belangrijk om de nodige informatie te verzamelen en te bepalen hoe je de melding correct afhandelt. Indien nodig, schakel hulp in van je koepelorganisatie. Organisaties zoals Jeugdwerk Limburg kunnen ondersteuning en begeleiding bieden in deze situaties.
Aanvullende informatie en training #
Meer informatie vind je op de website van het NOV of boek de training Sociale veiligheid waarin de methodiek “In veilige handen” wordt aangeleerd.