Preventief beleid in een organisatie betekent dat je van tevoren maatregelen neemt om bepaalde problemen of situaties te voorkomen. Het idee is om vooruit te denken en actie te ondernemen voordat er iets misgaat.
De doelen van een preventief beleid in een organisatie zijn: #
- Bescherming van kwetsbare deelnemers: Zorgen voor een veilige omgeving waar iedereen, vooral de kwetsbare deelnemers, beschermd wordt.
- Geruststelling voor betrokkenen: Zorgen dat ouders, voogden, partners en begeleiders weten dat je organisatie zorg draagt voor ieders welzijn.
- Bewustwording bij vrijwilligers: Alle vrijwilligers bewust maken van hun rol in het waarborgen van veiligheid en hen ondersteunen hierin.
- Versterking van de organisatie: Je organisatie zowel intern (bij leden en vrijwilligers) als extern (bij ouders, de gemeente en sponsoren) versterken door te laten zien dat veiligheid een prioriteit is.
- Benadrukken van veiligheidsfocus: Een duidelijk signaal afgeven dat je organisatie actief let op de veiligheid van alle deelnemers.
- Gedeelde verantwoordelijkheid: Het benadrukken dat veiligheid een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van zowel je organisatie als ouders en de overheid.
Als er een ongeval plaatsvindt, moet je als organisatie aantonen dat je er alles aan gedaan hebt om dat te voorkomen. Wanneer dit niet gedaan is, kan het bestuur civielrechtelijk aansprakelijk gesteld worden.
Voorbeeld richtlijnen voor sociale veiligheid en inclusiviteit: #
- Het bestuur zet zich in om een veilige en respectvolle omgeving voor iedereen te creëren.
- Openstaan voor en waardering van kritiek op organisatorische aspecten.
- Het bestuur is toegankelijk en responsief voor feedback van leden, vrijwilligers en deelnemers.
- Constructieve kritiek wordt serieus genomen en waar mogelijk toegepast.
- Het stimuleren van een cultuur waarin feedback vragen en geven normaal is; je hoeft zaken niet ‘zelf op te lossen’.
- Respecteren van diversiteit; geen ongepaste grappen over geslacht, seksuele geaardheid, afkomst/andere cultuur of beperkingen.
- Actief tegengaan van discriminerende of kwetsende grappen door vrijwilligers en bestuur.
- Mensen die ‘anders’ zijn worden gelijkwaardig behandeld, zonder druk om zich aan te passen.
- Voorkomen van groepsdruk, zoals druk om altijd loyaal te zijn of angst om af te gaan in het bijzijn van anderen.
- Gelijkheid in posities en rollen voor mannen en vrouwen binnen de organisatie.
- Evenredige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen bij vrijwilligers, (kader) leden en bestuursleden.
- Voorkomen van algemene ideeën of verwachtingen (stereotiepe beeldvorming) over hoe mannen of vrouwen ‘zouden moeten zijn’ of zich ‘zouden moeten gedragen’.
- Zorgen dat geen specifieke groep de overhand heeft in sfeerbepaling.
- Handhaven van een gezellige en gastvrije sfeer.
- Afstand nemen van een cultuur die enkel hard, stoer en prestatiegericht is.
- Vrijwilligers ondersteunen elkaar en zorgen ervoor dat niemand zich buitengesloten voelt.