De meeste mensen vinden het fijn als het zonnetje lekker schijnt. Toch is het nodig om verantwoord om te gaan met de dagelijkse hoeveelheid zon. In dit gedeelte worden achtereenvolgens besproken de zonkracht, huidtype en hoe je om kunt gaan met ‘zonnen’.
Als begeleider is het belangrijk met alle onderdelen rekening te houden, voordat jij je met de groep ‘blootstelt’ aan de zonnestralen.
Van alle nieuwe kankerpatiënten in Nederland gaat het in 52% van de gevallen om huidkanker.
Zonkracht en UV-straling #
- Zonkracht en UV-straling: Het KNMI geeft in weerberichten informatie over de zonkracht, oftewel de intensiteit van ultraviolette (UV) straling. Deze informatie helpt om in te schatten wanneer er een verhoogd risico is op zonnebrand.
- Zonkrachtschaal: De zonkrachtschaal van het KNMI geeft aan hoe sterk de UV-straling is en hoe snel je kunt verbranden.
Kijk dus, voordat je met je groep de hele dag de zon ingaat, naar het weerbericht en vooral naar hoe sterk de zonkracht zal zijn.
Huidtype #
Bij activiteiten in de zon is het belangrijk om bewust om te gaan met de verschillende huidtypes van de deelnemers en de variërende zonkracht. Hier is een vereenvoudigde toelichting:
- Zonkracht: De intensiteit van de UV-straling van de zon bepaalt de zonkracht. Een hogere zonkracht betekent een groter risico op zonnebrand.
- Huidtypes: Mensen hebben verschillende huidtypes, variërend van zeer licht tot donker. Iemand met een lichtere huid verbrandt doorgaans sneller dan iemand met een donkerdere huid.
Het is van belang dat je als begeleider inzicht hebt in de huidtypes van je groepsleden. Dit helpt je om te bepalen wie extra bescherming nodig heeft bij blootstelling aan de zon. Daarbij is het essentieel om te weten dat, hoewel de huid kan wennen aan de zon en minder snel verbrandt, het basishuidtype niet verandert. Vooral personen met het meest gevoelige huidtype 1 moeten extra aandacht krijgen.
Gebruik het onderstaande schema om te bepalen wie je in de groep in de gaten moet houden:
Huidtype | Verbrandingservaring | Bruiningservaring |
---|---|---|
1 | Verbrandt zeer snel | Wordt niet bruin |
2 | Verbrandt snel | Wordt langzaam bruin |
3 | Verbrandt zelden | Wordt gemakkelijk bruin |
4 | Verbrandt bijna nooit | Bruint zeer goed |
Fabel: “Het risico op zonnebrand kleiner is als het minder warm is.”
In werkelijkheid bestaat er geen rechtstreeks verband tussen de temperatuur en de hoeveelheid Uv-straling. Zo kun je op een koele, onbewolkte zomerdag net zo goed verbranden als op een bloedhete zomerdag.
Zonbescherming: Tips van het Huidfonds #
- Algemene huidbescherming: Bescherm de huid tegen UVA- en UVB-straling. UVA-straling kan op lange termijn huidveroudering en huidkanker veroorzaken, ook al is er geen directe zichtbare reactie in de huid.
- Zonwerende kleding: Draag zonnebrillen (met UV-A en UV-B-bescherming), hoeden of petten voor extra bescherming van ogen, oren, gezicht en nek. Een pet met lange klep of een hoed met brede rand biedt meer bescherming dan zonnebrandcrème. Dit geldt ook voor T-shirts.
- Gebruik voldoende zonnebrandcrème: Wees royaal met zonnebrandcrème. Smeer het liefst een half uur voor blootstelling aan de zon en herhaal elke twee uur. Gebruik voor kinderen minimaal factor 30. Zorg dat er tijdens activiteiten genoeg crème beschikbaar is. Breng minimaal 2 milligram per vierkante centimeter huid aan voor de juiste bescherming, wat neerkomt op ongeveer 7 eetlepels in totaal. 1 eetlepel voor gezicht en hals, 2 eetlepels voor armen en schouders, 2 eetlepels voor borst, buik en rug, 2 eetlepels voor benen en voeten.
- Zoek de schaduw op: Vermijd directe zon tussen 12:00 en 15:00 uur. Schaduw helpt om directe Uv-straling te vermijden, maar houd er rekening mee dat weerkaatste straling nog steeds een risico kan vormen op zonnebrand.
Kijk voor meer tips: 5 Tips Zorgeloos genieten van de zon – Huidfonds