Neem deel aan de Regiobijeenkomst in Venray op 6 mei.
Jeugdwerk Limburg
Zoek
Sluit dit zoekvak.

Ontdek het Plezier van Balspellen

Ben je klaar voor actie en plezier? Onze collectie balspellen biedt eindeloze mogelijkheden voor vermaak en uitdaging! Of je nu op zoek bent naar een snel en energiek spel zoals torenbal, de behendigheid van stuitbal wilt testen, of de strategische uitdaging van de muizenvanger en fopbal wilt aangaan, wij hebben het allemaal.

Geschikt voor jongere en oudere kinderen, deze spellen zijn perfect om teamwork, coördinatie en behendigheid te bevorderen, en garanderen een leuke tijd voor iedereen. Laten we samen de bal aan het rollen brengen en genieten van het spel!

Gooien en doorschuiven

Nodig

  • 1 bal

Speluitleg

De spelers stellen zich in twee cirkels achter elkaar op. Op deze wijze krijg je een binnenste en een buitenste kring spelers. In het midden van de cirkel neemt een speler met een bal plaats. Zodra deze speler de bal naar een van de spelers in de eerste rij heeft gegooid, moet balvanger de plaats in het midden innemen. De speler achter de balvanger moet nu een stap naar voren doen om de leeggekomen plaats in te nemen en de balgooier moet de lege plaats achter deze speler innemen.

Door het voortdurend gooien en doorschuiven, verwisselen alle spelers regelmatig van hun plaats. Des te sneller het spel gespeeld wordt, des te meer moeten de spelers bij de les zijn.

Torenspel

Nodig

  • Bal
  • 10 lege blikken

Speluitleg

Trek een cirkel op de grond van drie meter doorsnee. In die cirkel wordt van de blikken een toren gebouwd (4-3-2-1 stapelen). Twee verdedigers nemen binnen de cirkel plaats. De andere spelers zijn de aanvallers. Met de bal proberen zij de toren omver te gooien. De aanvallers mogen de bal naar elkaar overgooien. Worden er één of meerdere blikken van de toren omgegooid, dan mogen de verdedigers die terugzetten op hun plaats. Pas als alle blikken zijn omgegooid, is het spel afgelopen. 

Kegelen met een fles

Nodig

  • Bal
  • 2 plastic flessen

Speluitleg

Twee spelers staan vijf meter van elkaar. Iedere speler krijgt een plastic fles. Deze flessen worden met water gevuld en zonder dop tussen hen in op de grond geplaatst. Tussen de twee flessen moet een meter ruimte zijn. De eerste speler krijgt de bal en probeert hiermee al rollend over de vloer de fles van de andere speler om te gooien. Gooit de speler mis dan is het de beurt aan de andere speler. Ze gooien om beurten net zo lang tot iemand de fles van de tegenstander heeft omgegooid.

Zodra de fles op de grond ligt en het water eruit  stroomt, moet de eigenaar van die fles in actie komen. Eerst zo snel als mogelijk achter de bal aan en als hij die te pakken heeft naar de fles om die rechtop te zetten, voordat alle water eruit is gestroomd. Wie van de spelers na vijf minuten nog het meeste water in zijn fles heeft, is winnaar.

Trefbal

Nodig

  • Volleybal

Speluitleg

Twee groepen tieners nemen elk aan een kant van de scheidslijn plaats. Vijf meter aan weerszijden van deze lijn is de achterlijn. De spelers moeten proberen met de bal een speler in het andere vak te raken. Een speler die geraakt is moet buiten het veld gaan staan. Weet echter een speler de bal met beide handen op te vangen, dan mag hij direct teruggooien of hij mag de bal naar een speler van het eigen team buiten het veld overgooien, die dan weer terug in het spel mag komen. Gooien bij dit spel mag alleen met beide handen tegelijk en vanachter het hoofd. Zoals een ingooibal bij voetbal.

Ballen gooien

Nodig

  • Een tas of mand vol tennisballen

Speluitleg

Een leuk bewegingsspel. De deelnemers liggen in een kring op hun buik op de grond. De leider gooit de ballen in de kring. De deelnemers proberen de ballen zoveel mogelijk naar elkaar toe te rollen, maar ze mogen niet van hun plaats komen. Eén deelnemer loopt rond en raapt de ballen op waar de anderen niet meer bij kunnen en gooit die weer in de kring.

Balspel met nummers

Nodig

  • 2 ballen

Speluitleg

De deelnemers staan in een kring. Aftellen gaat als volgt: een, een, twee, twee, drie, drie enzovoort. De ballen liggen in het midden van de kring. De leider roept een getal en de deelnemers met dat nummer rennen naar het midden en gaan de bal stuiteren. Roept de leider een ander getal dan stoppen de eerste twee deelnemers en lopen de volgende twee naar het midden om verder te stuiteren. Eerst langzaam met het spel beginnen en vervolgens het tempo opvoeren door sneller te wisselen. Ook kun je de kring steeds groter maken. 

Rugbybal vangen

Nodig

  • 1 zachte rugbybal

Speluitleg

De deelnemers staan in de kring en stuiteren de rugbybal naar het midden van de kring. De bal schiet vanwege zijn vorm alle kanten uit. Degene bij wie de bal het dichtstbij komt, pakt de bal en stuitert weer naar het midden. Het is de bedoeling om bijvoorbeeld 15 keer of meer achter elkaar de bal te vangen. Maar door zijn puntige uiteinden is dat nog niet zo gemakkelijk.

Laat die bal stuiteren

Nodig

  • 2 ballen

Speluitleg

De deelnemers staan in de kring. Een bal wordt naar het midden van de kring gestuiterd. Je mag hem dan niet vastpakken, maar moet hem weer doorslaan. Als dit lukt, komt de 2e bal in het spel. Die wordt naar de persoon die ernaast staat gestuiterd, die pakt hem vast en stuitert vervolgens weer naar de volgende.

Slalom dribbelen

Nodig

  • 5 of 10 stoelen
  • Bal
  • Stopwatch

Speluitleg

De stoelen worden met een tussenruimte van een meter achter elkaar geplaatst. De spelers moeten in een slalombeweging tussen de stoelen dribbelen, terwijl ze de bal met de voeten voor zich uit spelen. Heen en terug. Wie kan dit in de snelste tijd? De tieners kunnen het aantal stoelen verdubbelen, of twee keer heen en twee keer terug dribbelen.

Hoe hoog komt de bal

Nodig

  • Parachute doek
  • Een lichte grote bal

Speluitleg

De deelnemers pakken een stuk van het doek vast. De bal ligt in het midden. Door met het doek te bewegen, probeer je de bal zo hoog mogelijk te laten komen.

Opdrachten met ballen en stoelen

Nodig

  • 2 ballen
  • 2 Stoelen

Speluitleg

Zet een aantal stoelen op een rij zodat de mogelijkheid bestaat om de bal tussen de poten door te rollen. Verdeel de groep in tweeën. De helft van de deelnemers staat op een afstandje voor en de andere helft achter de stoel. Voor 2 deelnemers heb je 1 bal nodig die goed stuitert. Elk onderdeel laat je een aantal keren uitvoeren. De afstand tot de stoel kun je steeds wijzigen.

  1. De een stuitert de bal over de stoel waarna de ander de bal vangt
  2. Voor de stoel stuiteren en achter de stoel vangen
  3. Door de stoelpoten rollen
  4. 10 keer nummer 1, 2 en 3 achter elkaar, wie is het eerst klaar
  5. De bal over stuiteren en de handen als tennisracket gebruiken
  6. De bal over stuiteren en terug volleyen
  7. Met viertallen stuittennis of stuitvolley

Fopbal

Speluitleg

Ga in een kring staan met in het midden iemand met een bal, de ‘fopper’. De fopper maakt schijnbewegingen alsof hij/zij de bal gooit. Voordat je de bal vangt moet je in je handen klappen. Als je dat vergeet, de bal laat vallen of klapt terwijl je de bal niet krijgt, dan krijg je een strafpunt. Degene die na 1 minuut de minste strafpunten heeft, mag in het midden staan en de fopper zijn.

Stuitbal

Nodig

  • Een goed stuitende, niet te kleine bal
  • Een bank of lange plank op steunen

Speluitleg

De lengte van de bank of plank bepaalt de breedte van het speelveld. Het spel speel je drie tegen drie of met meer spelers tegen elkaar. De bal moet na een stuit in het eigen vak over de bank gaan naar de andere kant. De tegenpartij vangt de bal en stuit weer terug. De speler die de bal vangt, mag niet meer van zijn plaats afkomen. Je mag de bal wel naar je teamgenoten overgooien. Je kunt er een wedstrijdje van maken als je met elkaar afspreekt hoe je punten verdient.

Land, lucht of water

Nodig

  • Bal

Speluitleg

De spelers staan in een cirkel en de spelleider met een bal in het midden. De leider gooit de bal naar een willekeurig kind en zegt bijvoorbeeld: Lucht. De speler moet dan een dier noemen dat kan vliegen. Bij Land een dier dat zich over het land voortbeweegt en bij Water een dier dat kan zwemmen. Ieder kind krijgt een beurt en moet binnen vijftien tellen het antwoord geven.

Houd hem binnen

Nodig

  • Een hele grote, lichte bal

Speluitleg

De deelnemers staan in een kring. De leider gooit de grote bal in de kring en middels schoppen, gooien, slaan moet de bal in de kring blijven. Schiet hij er tussen 2 spelers uit, dan doen ze een stap achteruit en de kring moet zich weer sluiten. De buitenspelers proberen de bal te pakken te krijgen als hij uit de kring komt. Dan mogen ze weer in de kring gaan staan.

Pushball

Pushball is een snel stoeispel met een hoge intensiteit. Een potje met 80 spelers kan zelfs binnen 5 minuten gespeeld worden en echt iedereen speelt daarbij actief mee. Ideaal om de spelers actief bezig te houden of om ze lekker uit te putten!

Nodig

  • Afzetlint
  • Bal

Speluitleg

Gaaf duw- en trek spel waarbij de ballen je om de oren vliegen! Zet met het lint het speelveld uit. Maak het veld niet te groot, alle spelers moeten in het veld plaats nemen en lekker dicht op elkaar staan. Het spel begint door de bal in het veld te gooien. Nu kunnen de spelers elkaar ‘uitschakelen’ door een ander af te gooien met de bal of de ander uit het veld te duwen.

Iemand is af wanneer hij met twee benen buiten het veld staat. Wanneer iemand af is kan hij nog steeds meespelen door van buiten de lijnen spelers af te gooien met de bal of spelers uit het veld te trekken. De speler die als laatste overblijft in het veld wint PUSHBAL!!

Dennenappel mikken

Nodig

  • Binnen heb je een stuk paal van 50 cm hoogte nodig.
  • Buiten kun je een dikke tak in de grond zetten.
  • Dennenappel die van onderen is afgevlakt.
  • Bal

Speluitleg

Op deze paal of tak komt een dennenappel die van onderen is afgevlakt. Afhankelijk van de leeftijdsgroep, kun je op 3 tot 8 meter afstand een lijn trekken. Van hieruit mag iedere speler drie keer een bal trappen in de richting van de dennenappel. Lukt het om de dennenappel van de paal te schieten, dan telt dit voor 10 punten. Een kwestie van concentratie dus.

De spelers mogen ook op de paal of op de tak mikken, zodat bij het bewegen hiervan de dennenappel op de grond valt. Je kunt dennenappel mikken ook als postspel gebruiken tijdens een tocht.

De Muizenvanger

Nodig

  • Een klein balletje

Speluitleg

Alle deelnemers zitten in een kring met hun benen vooruit. Eén speler gaat met de rug naar de kring staan. Hij moet straks een muis (balletje) vangen. In de kring gaat het muisje onder de benen door. Plotseling fluit de leider en de muizenvanger draait zich om. De speler die op dat moment de muis onder zijn benen heeft, probeert die daar zo onopvallend mogelijk te laten liggen.

De muizenvanger moet, alleen maar door te kijken, raden waar de muis verstopt zit. Als hij het raadt, wordt iemand anders muizenvanger. Anders moet hij het opnieuw proberen. 

Stand in de mand

Speluitleg

Een speler met de bal staat in het midden. Hij roept ‘Stand in de mand en de bal is voor’… en terwijl hij een naam wordt de bal in de lucht gegooid. Iedereen moet zo hard mogelijk wegrennen op de persoon na die genoemd is. Hij moet zo snel mogelijk de bal vangen en roept stop zodat iedereen stil staat. Vervolgens probeert hij deze door het poortje van een ander te rollen. Die dan ‘af’ is of de gooier wordt.

Een variant is dat de speler stappen mag zetten naar de kinderen toe. Bijvoorbeeld hoeveel lettergrepen een naam heeft. Debbie is 2 stappen nadat Debbie afgegooid wordt krijgt ze de O van olifant dus heeft ze er een lettergreep bij. Nadat Debbie 3x is afgegooid dan is Debbie af.

Heb je leuke aanvullingen voor deze balspellen?

Geef ze dan door op onze suggestiepagina en dan voegen wij ze toe aan dit, of andere artikelen in onze gratis kennisbank.

Updates en nieuwtjes

contact-jeugdwerk-limburg

Heb je vragen of wil je eens kennismaken?
Bel dan het bovenstaande nummer of stuur een mail naar info@jeugdwerklimburg.nl.

Blijf op de hoogte

Ontvang praktische informatie, handige tips en interessante nieuwtjes over het jeugd- en jongerenwerk in Limburg direct in je mail.